Voor welke types verwarmingssystemen gelden ze?
In elk geval vanaf een gecumuleerd vermogen van 100 kW.
| Meting warmteverbruik | Energieboekhouding |
---|---|---|
100 kW < Vermogen < 500kW | ENKEL Brandstofverbruik | ENKEL |
Vermogen ≥ 500kW | DUBBEL Brandstofverbruik en aan het verwarmingscircuit overgedragen energie | DETAILLEE Op basis van maandelijkse meteropnemingen |
Wanneer moet aan die eisen worden voldaan?
Tijdens de uitbatingsperiode, zonder een controle of werkzaamheden af te wachten.
Wie is verantwoordelijk voor de naleving van die eisen?
De Verantwoordelijke van de Technische Installaties (VTI).
De VTI is de eigenaar van het verwarmingssysteem of de houder van de milieuvergunning. Het gaat niet om de onderhoudsmaatschappij!
De verenigingen van mede-eigenaars (VME) of hun beheerders zijn dus rechtstreeks verantwoordelijk voor de meting van het warmteverbruik en de energieboekhouding.
De EPB-verwarmingsadviseur moet geen energieboekhouding bijhouden, maar dient bij de oplevering vast te stellen dat alles voorhanden is voor de follow-up van het verbruik, bijvoorbeeld via een specifieke tool, een verantwoordelijke voor de meteropnemingen enz.
Diensten van ista
ista biedt niet alleen een ruim gamma meters aan, maar heeft ook de knowhow en de technologie in huis voor de meteropnemingen en beschikt over de nodige instrumenten voor de weergave en de berekening van het verbruik.
ista voldoet aan de eisen van de energieboekhouding zoals beschreven in de EPB-reglementering voor verwarming, maar houdt zich vooral als deskundige ter beschikking van de raad van mede-eigendom en de gebouwbeheerder om de verwarmingstechnicus van het gebouw bij te staan, te challengen en te controleren (E³-diensten).
Taken | Verantwoordelijkheid |
---|---|
Ontwerp van de meetinfrastructuur |
ista |
|
ista |
Fysieke installatie van de meters |
verwarmingstechnicus |
|
ista |
|
ista |
ista is uiteraard perfect geplaatst om de gegevens over de productie van huishoudelijk warm water (HWW) in de berekening van de kostenverdeling op te nemen.
Werking
ista verricht een maandelijkse meteropneming van de warmtemeters op een vaste datum en in fysieke eenheden.
Daarna wordt een jaarverslag van de energieboekhouding opgesteld.
Dat bestaat uit:
het energieverbruik van het gebouw op basis van de maandelijkse meteropmetingen uitgedrukt in eenzelfde energie-eenheid;
de berekening van het jaarlijkse genormaliseerde warmteverbruik;
de berekening van het jaarlijkse warmteverbruik in verhouding tot de verwarmde oppervlakte of elke andere relevante indicator;
de berekening van de CO2-uitstoot van het verwarmingssysteem op basis van de emissiepercentages zoals bepaald in het Ministerieel Besluit van 24 juli 2008 tot vaststelling van de energetische hypothesen te gebruiken bij het uitvoeren van de haalbaarheidsstudies;
de berekening van het jaarlijkse rendement van de warmteproductie;
de interpretatie van voorgaande elementen in vergelijking met de resultaten van de vorige jaren en met de gemiddelden voor vergelijkbare gebouwen.
De beschikbare verbruiks- en regelingsgegevens worden maandelijks geanalyseerd om de verwarmingstechnicus tijdens de halfjaarlijkse vergaderingen nauwkeurige informatie te bezorgen over de aan te brengen aanpassingen met het oog op energiebesparingen.
Daarom analyseren we het energie- en waterverbruik en de energie waarvan het gebouw wordt voorzien door de verwarmingsinstallatie en de warmwaterboiler.
- Naargelang de situatie maken we voor onze analyses gebruik van verschillende bronnen. Hierna een niet-uitputtende lijst:
- verbruiksdrempels en -profielen van het gevolgde/gemonitorde gebouw;
- verbruiksstatistieken in onze interne databanken;
- correlatie met de private verbruiksgegevens van de appartementen;
- klimaatgegevens van het KMI (graden-dagen, wind, zon);
- verbruiksstatistieken van het WTCB.
- Hoe kunnen die energiebesparingen worden verwezenlijkt?
-
Om de beoogde energiebesparingen te verwezenlijken, is een goede samenwerking tussen ista en de verwarmingstechnicus noodzakelijk.
Daarom bieden we het eerste jaar drie vergaderingen aan. De eerste vergadering (waarop alle partijen zijn uitgenodigd) bestaat erin de verwachtingen van de VME en de daartoe ingezette middelen duidelijk te bepalen.
Dankzij die uitwisseling kunnen we onze analyse aan de werkelijke situatie van het gebouw aanpassen en aldus theorie en praktijk op elkaar afstemmen. De twee volgende vergaderingen vinden elk jaar plaats vóór en na de stookperiode (data in onderling overleg overeen te komen). Tijdens die vergaderingen kunnen alle mogelijkheden om het verbruiksprofiel van de verwarmingsinstallatie te verbeteren zorgvuldig worden onderzocht om aldus een actieplan te kunnen opstellen.
- Verbintenis van ista